Iedere executieve Rijkspolitiemedewerker moest het zogenaamde korpsrijbewijs halen. Zelfs reservisten die sporadisch dienstvoertuigen bestuurden ontkwamen daar niet aan. AVD-ers waren hierop niet uitgezonderd. In de hoogtijdagen van hun dienstonderdeel moesten zij voor alle voertuigen die zij onderweg tegen konden komen legaal achter het stuur kunnen.