356 cabrio. ER-40-49. Roepnummer onbekend. 02

Deze foto;
Fraaie plaat van de zogenaamde meldpost Linschoten. Dit was een bemand relaisstation van de sectie bijzondere verkeerstaken (SBV), primair bedoeld om de mobilofoonverbindingen vanuit Driebergen over de A12 te optimaliseren.
Sectiecommandant Kees Vogel bedacht dat het een goed idee was als op enkele punten langs het Nederlandse autosnelwegennet een ziekenwagen zou staan die zo snel mogelijk ter plekke kon zijn, in geval van aanrijdingen. Zo ook op de meldpost Linschoten.
Dit stuk van de A12 stond overigens bekend als het gevaarlijkste van ons land. Omdat het wegdek verzakte in de zompige veengrond, golfde het en automobilisten zagen hun voorliggers niet goed. Verkeer was er genoeg want deze rijksweg was druk. Vooral in de weekeinden wanneer Rotterdammers en Hagenaren via de A12 naar hun stacaravans op de Heuvelrug en de Veluwe reden. En Duitsers in omgekeerde richting de Noordzeekust.
De sectie bijzondere verkeerstaken (SBV) hield daarom op de A12 enige tijd klokje rond de wacht. Ze deden dat volgens een rooster van 24 uur op, 72 uur af.
In een unit van de Ondersteuningsgroep (OSG) zat permanent een bemanningslid van de sectie.
En daarnaast werd vanuit deze post een deel van de A12 bewaakt. Deze bewaking gebeurde zelfs enige tijd met camera’s, een novum voor die tijd.
Om continu bewaking mogelijk te maken, kreeg de sectie haar eigen onderkomen. Een stacaravan. Die mochten ze op het terrein van Rijkswaterstaat onder aan de afrit Linschoten neerzetten. Alleen moest het elf meter lange gevaarte daar eerst nog wel even heen worden gebracht. Niet met een dieplader zoals ook dan al redelijk normaal is, maar gewoon achter een Land Rover van de dienst. Bestuurd door Willem Zwarts en Dirk André. Het aparte transport verliep opmerkelijk probleemloos.
Vanaf de caravan en de post reden de SBV-verkeerssurveillanten een aantal malen per dag dit stuk snelweg en controleerden de inhoud van de Rode Kruis kisten die langs dit wegvak waren neergezet. Dat was nodig omdat er weggebruikers waren die de dekens, lampen en fakkels die daarin zaten wel erg goed konden gebruiken. Het moest een ronduit demotiverende klus zijn geweest want als de kisten niet werden geplunderd, reden automobilisten ze aan gort. Op den duur verdwenen ze daarom weer.
Het was op dit traject dat de sectie later de eerste praatpalen plaatste. In de zoekmachine vindt u onder kenteken ER-40-48 een plaat van deze praatpalen. In eerste aanleg had Vogel dus het beheer ervan. Later, toen de praatpalen een ander uiterlijk kregen, gingen ze ook over in handen van de ANWB.

Dit type voertuig (technische gegevens);
4-cilinder Porsche 356 cabrio. Porsche produceerde tussen 1948 en 1965 totaal 76.302 exemplaren in diverse uitvoeringen en motorvarianten. De sectie bijzondere verkeerstaken (SBV) en later de Algemene Verkeersdienst (AVD) reed met twee modellen: de 356b en 356c. Het B-model met een 1.582 CC (“1.6 liter”) motorblok leverde 60 PK en had een topsnelheid van 155 kilometer per uur.
Later reed de dienst ook de 356C met eenzelfde motorinhoud (1.582 CC / “1.6 liter”). Deze had een vermogen van 95 PK en een topsnelheid van 175 kilometer per uur. Het C-model sprintte in 11.9 seconden van 0-100 kilometer per uur. In 1967 liet AVD-commandant Kees Vogel deze Porsches voorzien van oranje bestickering. De dienst reed 42 Porsches van het type 356 cabrio.

error: Content is protected !!